|
||||||||
Op zijn zeventigste kan Oscar Benton terugkijken op een lange muziekcarrière. Oscar Benton aka Ferdinand van Eis is een Nederlands blueszanger. Hij richtte in 1967 de Oscar Benton Blues Band op. Verschillende bekende Nederlandse muzikanten speelden hierin zoals Rob van Donselaar en Rob ten Bokum (o.a. van Bintangs). In 1974 stapten een aantal bandleden over naar Barrelhouse. Benton liftte in de jaren ‘60 en ‘70 mee op het succes van Nederlandse bluesbands als Cuby + Blizzards en Livin' Blues. Samen met zangeres Monica Verschoor had Benton in 1971 twee singles die in de hitlijsten kwamen, namelijk “Everbody is Telling Me” en “All I Ever Need is You”. De discografie van Oscar Benton bestaat uit een vijftal titels waarvan de bekendste zijn soloalbum ‘Bensonhurst Blues’ [1973] is, met daarop het gelijknamige nummer (geschreven door Artie Kaplan en Artie Kornfeld) dat in de film “Pour la peau d'un flic” met Alain Delon gebruikt werd en waarmee hij in 1981 wereldwijd doorbrak. Begin 2018 bracht hij (met Johnny Laporte) het veelzeggende “I Am Back” (Munich/V2) uit. Barrelhouse gitarist, multi-instrumentalist en landgenoot Johnny Laporte is opgenomen in de Dutch Blues Hall of Fame, internationaal bekend en één van de grondleggers van het succes van bluesgitarist Albert Collins in Europa en Amerika. Met zijn puntige, maar altijd melodieuze, manier van spelen heeft Johnny Laporte zichzelf een onmiskenbaar eigen geluid toegeëigend. Met zijn band Johnny Laporte LIVE heeft hij in de afgelopen dertig jaar een gedegen reputatie opgebouwd. Een nieuwe samenwerking van Benton en zijn vriend en voormalige gitarist Laporte kon ergens niet uitblijven. Na ‘I’m Back’ werkten ze opnieuw samen op ‘Mirrors Don’t Lie’. Het is een album waaraan ze in alle rust hebben kunnen werken. De opnames zijn gemaakt zowel in het tehuis waar Benton revalideerde, als in de studio van Laporte, als in de beroemde Haarlemse Exalto Studio’s. De droom van producer Jan-Piet Exalto was een studio waar oldschool vakmanschap en newschool analoge techniek elkaar versterken. In een ruimte waar jij je volledig thuis voelt om het beste uit je muziek te halen. Die droom kwam uit. De opnames, waaraan achteraf weinig aan veranderd of toegevoegd is, klinken krachtig en direct. De veertien nummers die Laporte schreef, zijn heel gevarieerde “blues” nummers. Op bijna iedere track spelen naast Benton, Laporte en drummer Jaap Jan Schermer (o.a. Rob Hoeke) vele gastmuzikanten mee. Het album begint met “Better Treat You Right”, een rustig blues nummer met veel harmonica van Kim Snelten (o.a. Jack Of Hearts). Daarna is trompettiste Saskia Laroo te horen op het aanstekelige “Don’t Take Me to the Gym, Jim” en later ook op “Heart Repair”. Wie er ook enkele keren bij is, is bassist Lut Luttik. Hij stond achter de staande bas op het dromerige “Saint Petersburg Cries” (met Laporte op slide) en “Now I’m Coming Home” (met Laporte op piano). Op de titelsong zat Rob van Donselaar (o.a. Bintangs, Vitesse) achter de piano. Hij is ook op Hammond te horen op een van mijn favoriete nummers, “Can You Spare Me a Dime” en in de finale tijdens “You Told Me”, waarin Laporte laat horen dat psychedelische blues van alle tijden is. “When We Don’t Breathe” en “I Just Can’t Hide” klinken heel exotisch. Daar heeft het Swahili gewauwel van Julian Rijken zeker wat te maken. Ook heel apart -door Laporte op fluit, ukelele en tamboerijn- is “Sometimes I Wonder”. “That’s What I Wanna Do” is een bluesy jam waarin gitarist Jan Akkerman te horen is. “ Het tweede album waarop Oscar Benton en Johnny Laporte samenwerkten ‘Mirrors Don’t Lie’ is opnieuw een geslaagd feit. Oscar Benton vocht terug, staat er weer en geniet hoorbaar. Johnny Laporte bevestigt met vakmanschap zichzelf… “ (ESC for Rootstime.be) Eric Schuurmans Release: 06/12/19
Album track list: Album line-up: Discography Oscar Benton & Johnny Laporte:
|
||||||||
|
||||||||